De aanscherping van de energiebesparingsplicht heeft een grote impact op de industrie en het mkb. Alle bedrijven zijn sinds 1 juli verplicht alle maatregelen uit te voeren die in 5 jaar kunnen worden terugverdiend. Nu er een groot tekort aan technisch personeel is, wordt de uitvoering in de praktijk nog een enorme opgave, verwacht techniekfederatie FME..
Energiebesparing zit bij veel bedrijven al in het DNA. Ze zijn daarin ook redelijk succesvol. Drie veranderingen zorgen er echter voor dat het voelt alsof iedereen opnieuw moet beginnen. De eerste reden is dat bedrijven niet langer energie (moeten) besparen, maar CO2 moeten reduceren om de totale uitstoot van CO2 per bedrijf te verlagen. Dat houdt ook in dat bedrijven gevraagd wordt over te schakelen van fossiele naar duurzame energie of zonnepanelen te plaatsen om duurzame energie te produceren.
Lagere terugverdientijd
De tweede reden is dat de actuele referentieprijzen van energie fors hoger liggen dan de oude prijzen uit 2019. Hierdoor nemen de terugverdientijden fors af en neemt het aantal te nemen maatregelen juist toe. De zogeheten Erkende Maatregelenlijst (EML) met verplichte maatregelen is nu veel langer dan voorheen.
Een derde verandering voor de industrie is het feit dat ook grote bedrijven, die onder het ETS-systeem van CO2-heffingen vallen, te maken krijgen met de nieuwe energiebesparingsplicht. Deze zogenoemde ETS-bedrijven worden dubbel aangesproken via de CO2- prijs en nu ook de wet.
Project 6-25
FME vraagt zich af of het wel verstandig was deze bedrijven te vragen om ook een hele reeks maatregelen te nemen met kleine CO2-effecten. De techniekfederatie zou liever zien dat ETS-bedrijven zich kunnen concentreren op het nemen van procesmaatregelen, zoals de ovens van het gas af te halen en op elektriciteit te laten draaien of een warmteterugwinningsysteem in de schoorsteen te plaatsen. Project 6-25 van FME (zie kader) bevat vele cases waarmee bedrijven op een kostenefficiënte veel CO2-uitstoot kunnen reduceren.
Informatieplicht
Een groep van ca. 80.000 ‘kleine’ bedrijven moet voor 1 december 2023 hierover verslag uitbrengen. Wat veel mkb-bedrijven onderschatten is het feit dat ze de RVO niet alleen over hun energieverbruik moeten informeren. Ze moeten ook de energiebesparende maatregel daadwerkelijk nemen. Uit RVO-cijfers blijkt dat dit nog te weinig gebeurt.
Standaard elektriciteits- en gasprijzen voor energiebesparing.
(© RVO)
EML laat bekend
FME vindt het jammer dat met de deadline van 1 december in aantocht pas nu alle informatie bij RVO beschikbaar is, de Erkende Maatregelenlijst voor 2023 is vastgesteld en de Standaard energieprijzen pas bekend zijn (zie tabel). Dat had in januari klaar moeten zijn.
Desondanks raadt FME alle bedrijven aan zo snel mogelijk aan de slag te gaan met de energiebesparende maatregelen en erop toe te zien dat dit ook gewoon gebeurt. Energiebesparing helpt immers ook bij de netcongestieproblematiek en het aardgasverbruik in de komende winter.
Ambitieus project
Enkele jaren geleden is FME begonnen met het in kaart brengen van energiebeparende maatregelen die bijdragen aan een verduurzaming van de industrie. 'Project 6-25' beoogt om door de versnelde toepassing van innovatieve technologie de CO2 emissies van de 300 meest energie-intensieve bedrijven in Nederland te verlagen. De focus ligt daarbij op innovaties die de procesefficiency verbeteren en de kosten verlagen. De ambitie is om tot en met 2025 hiermee een reductie van 6 Mton CO2 / jaar te realiseren. In Project 6-25 werken organisaties van technologiebedrijven, industriële dienstverleners en eindgebruikers samen aan dit doel. Tientallen FME leden zijn betrokken bij Project 6-25 en kunnen via dit project de (proces)industrie kennis laten maken met hun innovaties.