China nadert een belangrijke mijlpaal in zijn langetermijnstrategie voor technologische onafhankelijkheid en industriële versterking. Volgens een recent rapport van het Amerikaanse National Institute of Standards and Technology (NIST), getiteld AMS 600-17, zijn er inmiddels ten minste 33 Manufacturing Innovation Centers (MICs) opgericht in China. Daarmee is het land goed op weg om zijn doelstelling van 40 operationele centra in 2025, zoals vastgelegd in het nationale programma Made in China 2025, te realiseren.
Doelgericht innovatiebeleid
De MIC’s vormen sinds 2015 de kern van China’s industrieel innovatiebeleid. Ze zijn opgezet als gespecialiseerde centra waar onderzoek, bedrijfsleven en overheden samenwerken aan het ontwikkelen en toepassen van geavanceerde productietechnologieën. Elk centrum richt zich op een strategisch belangrijke sector, zoals halfgeleiders, luchtvaart, robotica, farmaceutica en elektrische voertuigen. De ambitie is duidelijk: wereldleiderschap in tien kernsectoren die bepalend zijn voor de economie en geopolitieke positie van China.
De centra krijgen financiële steun van de centrale overheid en werken nauw samen met staatslaboratoria, universiteiten en andere R&D-instellingen. Zo ontstaat per sector een ecosysteem waarin fundamenteel onderzoek en industriële innovatie op elkaar aansluiten. Volgens het NIST is deze systematische aanpak geïnspireerd door het Amerikaanse Manufacturing USA-programma en de Duitse Fraunhofer-instituten, maar met een sterkere centrale regie.
Made in China 2025
De MIC’s zijn een direct uitvloeisel van de in 2015 gepresenteerde strategie 'Made in China 2025', waarin de Chinese overheid een koers uitzet richting technologische onafhankelijkheid en versterking van de maakindustrie. De eerste vijf jaar van het plan (2016–2020) gingen gepaard met een investering van naar schatting 300 miljard dollar.
Een belangrijk doel van het programma is dat in 2025 tachtig procent van de productie in de betrokken sectoren moet plaatsvinden via binnenlandse toeleveringsketens. Dat betekent dus niet alleen het ontwikkelen van technologie, maar ook het opzetten van lokale productiecapaciteit, het terugdringen van importafhankelijkheid en het versterken van eigen innovatiesystemen.
Snel groeiend netwerk
Sinds de oprichting van het eerste MIC in 2016 is het netwerk snel gegroeid. Begin 2025 telt China er minstens 33, waarmee het einddoel van 40 in zicht komt. De onderwerpen van de centra worden vastgesteld door het ministerie van Industrie en Informatietechnologie (MIIT) en sluiten aan bij de topprioriteiten binnen de Chinese maakindustrie. Elk MIC richt zich op het overwinnen van technologische barrières in zijn sector, zoals materiaalinnovatie, precisieproductie of systeemefficiëntie.
De centra fungeren bovendien als testbed waar industrie en academie samenwerken aan toegepast onderzoek. Daarmee vormen ze een brug tussen fundamentele kennis en concrete toepassingen in productieprocessen of nieuwe producten.
Vooruitgang in sleuteltechnologieën
China boekt inmiddels tastbare resultaten in verschillende sectoren. Vooral in de markt voor elektrische voertuigen en zonne-energie is het land uitgegroeid tot een dominante speler. Innovaties die voortkomen uit MIC’s hebben bijgedragen aan schaalvergroting, kostendaling en versnelling van marktintroductie. Ook op het gebied van robotica en slimme productietechnologieën worden vorderingen gemeld.
In andere domeinen, zoals de biotechnologie en farmaceutische productie, is de vooruitgang minder makkelijk te kwantificeren. De NIST-studie wijst erop dat in deze sectoren de time-to-market langer is en de impact van de MIC’s zich op langere termijn zal moeten bewijzen.
14e Vijfjarenplan versterkt koers
De inzet op MIC’s wordt sinds 2021 voortgezet onder de vlag van China’s 14e Vijfjarenplan (2021–2025). Ook in dit plan staat industriële innovatie centraal, met bijzondere aandacht voor het verminderen van afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers, vooral in de halfgeleiderindustrie. Het plan benadrukt daarnaast het belang van mondiale technologische leiderschap op het gebied van productiecapaciteit, innovatie en exportkracht.
Volgens NIST hebben de MIC’s inmiddels duidelijke implicaties voor China’s productieprofiel en internationale handel. In sectoren zoals farmaceutica, hernieuwbare energie en halfgeleiders ziet men een stijgende output en marktaandeel. Tegelijkertijd worden strategische afhankelijkheden — bijvoorbeeld van Amerikaanse chipfabrikanten — actief teruggedrongen via binnenlandse ontwikkeltrajecten.
Vergelijking met westerse modellen
Het rapport vergelijkt de Chinese MIC’s met westerse tegenhangers. Waar de VS met Manufacturing USA vooral inzetten op publiek-private samenwerking en Duitsland via Fraunhofer sterk leunt op toegepast onderzoek, kiest China voor een hybride model. Dat model combineert samenwerking met overheidsregie en langdurige strategische investeringen. De nadruk ligt daarbij op missiegedreven ontwikkeling, waarbij nationale doelen leidend zijn voor technologische keuzes.
Volgens NIST ligt hierin ook een belangrijk verschil: de Chinese MIC’s worden top-down aangestuurd, met thematische richtlijnen vanuit de overheid. Dat stelt het land in staat snel middelen te mobiliseren en programma’s op te schalen — iets wat in meer gedecentraliseerde landen vaak lastiger is.
China heeft in een relatief kort tijdsbestek een robuust netwerk van innovatiecentra opgebouwd dat het fundament moet vormen voor technologisch leiderschap in de 21e eeuw. De MIC’s zijn nauw verbonden met nationale strategische doelen, van economische modernisering tot geopolitieke onafhankelijkheid.
Hoewel niet alle sectoren even snel vooruitgang boeken, zijn de eerste resultaten veelbelovend. Met nog enkele centra te gaan tot de beoogde veertig en een voortgezette focus onder het huidige Vijfjarenplan, lijkt China zijn ambitie om uit te groeien tot wereldleider in geavanceerde maakindustrie binnen handbereik te hebben. Voor andere landen is het zaak dit model goed te begrijpen — zowel als voorbeeld als uitdaging.